De nieuwe linkse formaties!

Sinds de val van het stalinisme in 1989, verklaarde de rechtse politiek dat het socialisme failliet was. Al 24 jaar brullen de neoliberale economen dat de Sovjet-Unie duidelijk liet zien dat het socialisme niet werkt. De sociaal democratische partijen die tot 1990 het socialisme vertegenwoordigde in het westen raakte in een diepe crisis. De oude garde besloot om afstand te nemen van de socialistische principes. Leiders zoals Wim Kok begonnen de sociaal democratie een nieuw gezicht te geven, een neoliberaal gezicht!

Tien jaar na de val van het stalinisme was politiek links enorm verrechtst. De oude arbeiderspartijen boden geen alternatieven meer op de dictatuur van de markten. De jaren 90 was de gouden eeuw van het neoliberale kapitalisme. Overal sloeg de golf van privatiseringen en marktwerking toe. De sociaal democratie deed mee met deze rechtse golf en pleegde daarmee verraad aan alles waar ze ooit voor stonden. Veel mensen keerde zich daarom af van de politiek en werden per jaar woedender.

Aan het begin van de 21ste eeuw was de woede onder de arbeidersklasse enorm. Verschillinde nieuwe linkse formaties ontstonden. Meestal waren dat oudere politieke partijen die jaren in de schaduw van de sociaal democratie stonden. Een paar voorbeelden.

De Partij van het Democratische Socialisme in Duitsland. De PDS was de opvolger van de stalinistische; Socialistische Eenheidspartij van Duitsland. Na een fusie met linkse sociaal democraten, werd de PDS hernoemt in DIE LINKE.

De Socialistische Partij in Nederland. Een ex-maoïstische partij. De SP is een klassieke sociaal democratische partij geleid door Emile Roemer.

Het Linkse Blok in Portugal. Deze groep bood een middenweg tussen de sociaal democratische; Socialistische Partij en de stalinistische; Communistische Partij van Portugal.

De Verenigde Socialistische Partij van Venezuela. Deze linkse nationalistische partij leidt de ‘’Boliviaanse Revolutie’’ in Venezuela.

Verschillende nieuwe linkse formaties hebben aan steun gewonnen. Die steun krijgen ze meestal van stemmers die vroeger op de sociaal democratische partijen stemde. Maar bieden deze linkse formaties daadwerkelijk alternatieven op het kapitalisme?

De Partij van het Democratische Socialisme werd in 1989 gesticht door leden van de Socialistische Eenheidspartij van Duitsland. De SED had de Duitse Democratische Republiek, van 1948 tot 1989 bestuurd. Toen de Berlijnse muur viel, verlieten meer dan 600.000 leden de partij. De groep die overbleef besloot om de partij te hernoemen in PDS-SED. Tijdens de laatste verkiezingen voor de Volkskamer van de DDR, won de PDS slechts 16,1% van de stemmen. Na de Duitse eenheid bleef de PDS bestaan!

In de jaren 90 won de partij steun bij oost Duitsers, die geen geluk vonden onder het nieuwe neoliberale kapitalisme. In oost Duitsland won de partij vaak tussen de 20% en 40% van de stemmen. In het westen was de PDS zwak en won weinig steun. Het anticommunisme van de christen democraten en sociaal democraten speelde daar zeker een rol bij.

Maar wat bood de PDS? De partij noemde hun ideologie; Democratisch Socialisme. De PDS bleef vast houden aan bepaalde socialistische principes tot woede van de politieke elite. Het stalinistische verleden van de PDS werd natuurlijk vaak tegen hun gebruikt. De partij maakte de fout door de DDR vaak te verdedigen, ze noemde het ‘’een poging tot socialisme’’. Totale onzin aangezien de DDR een stalinistische dictatuur was. Maar veel PDS leden hadden goede herinneringen aan de DDR en stonden positief tegenover het stalinistische verleden van oost Duitsland.

Ondanks bepaalde socialistische principes bleek al snel dat de PDS bereid was tot compromissen. In 2002 ging ze een coalitie aan met de neoliberale SPD in Berlijn. Tussen 2002 en 2011 verloor de PDS ( later DIE LINKE ) 14% van haar stemmers in de Duitse hoofdstad. Waarom? Omdat de partij meedeed met bezuinigingen en asociale politiek. Deze neoliberale politiek werd geleid door de SPD. De PDS steunde echter deze politiek en deed bitter weinig om de Berlijnse arbeiders te mobiliseren tegen het neoliberalisme in de hoofdstad.

In 2007 fuseerde de PDS en west Duitse linkse sociaal democraten tot DIE LINKE. Deze nieuwe linkse partij won ook steun in het westen van Duitsland. DIE LINKE pleit voor een democratisch socialisme, maar ze maken niet duidelijk wat hun socialisme inhoudt. De lokale afdelingen van DIE LINKE werken soms al samen met de neoliberale sociaal democraten van de SPD. In Berlijn heeft de partij daardoor veel steun verloren.

Wat is DIE LINKE? Is ze sociaal democratisch? Of toch socialistisch? DIE LINKE is beidde. De partijleiding is een mix tussen reformisten en revolutionairen. Tussen sociaal democraten en socialisten. DIE LINKE spreekt veel mensen aan. Alleen met een duidelijk socialistisch programma kan ze uitgroeien tot een machtige arbeiderspartij, die de strijd kan aangaan met de neoliberale partijen. Daarvoor moet echter wel afstand genomen worden van coalities en compromissen met de rechtse partijen.

De Socialistische Partij in Nederland is een klassieke sociaal democratische partij. In vergelijk met de PDS is de SP helaas verder verrechtst dan de huidige DIE LINKE. Waar DIE LINKE nog een mix is tussen sociaal democraten en socialisten, is de SP eerder volledig sociaal democratisch ingesteld.

In 1971 stichtte een pijpfitter de SP. Daan Monjé was een stalinist, die zich niet meer thuis voelde bij de gematigd stalinistische; Communistische Partij van Nederland. Hij was in de jaren 60 een maoïst, een aanhanger van Mao Zedong. Deze Chinese leider won door zijn revolutionaire dogmatisme veel steun bij idealistische mensen in West-Europa. Monjé werd door zijn maoïstische opvattingen uit de CPN gezet en stichtte in 1965 het Marxistisch Leninistisch Centrum Nederland. Het kwam al snel tot ruzies en Monjé stichtte in 1971 zijn eigen partij; de SP.

In de jaren 80 nam het maoïsme in daadkracht af binnen de SP. Het marxisme leninisme bleef tot 1990 bestaan, maar Mao was niet meer heilig. Toen Monjé in 1986 stierf was het gedaan met het revolutionaire dogmatisme. Jan Marijnissen werd de nieuwe leider. Hij legde meer nadruk op activisme, dan op ideologische zuiverheid. De SP nam in 1990 afstand van het marxisme leninisme ( stalinisme ) en zocht naar een ‘’Socialisme binnen Nederland’’.

In 1994 won de SP voor het eerst een Kamerzetel. In jaren die volgde versterkte de SP haar steun onder de bevolking. In 2006 won de partij 25 zetels. Veel mensen hoopte op een regering met de SP. Maar de neoliberale partijen wouden niet samenwerken. Dat was een zware klap voor de partij. De kapitalistische media noemde de SP zwak omdat ze niet genoeg ‘’compromissen’’ had gemaakt. Hierdoor verrechtste de partij na 2006 behoorlijk. Men wou dolgraag laten zien dat de SP kon meeregeren met de burgerlijke partijen. Tijdens de verkiezingen van 2010, pleite de SP voor een kabinet bestaande uit PvdA, SP, CDA en GroenLinks. Maar dat ‘’centrumlinkse’’ kabinet kwam er niet. De PvdA en CDA vinden de SP veel te links en GroenLinks noemt de partij ‘’conservatief’’.

Het probleem bij de SP ligt in haar parlementarisme. Ze willen dolgraag meedoen met de burgerlijke democratie en zijn vastbesloten om in een ( kapitalistische ) regering te komen. Als dat daadwerkelijk gebeurd, dan verliest de SP haar imago als de partij van de oppositie. De burgerlijke media zegt dat je ‘’compromissen’’ moet maken. Maar daarmee bedoelen ze dat links zich moet onderwerpen aan wat het kapitalisme wil. Veel linkse partijen zijn al verrechtst, maar rechts is nooit verlinkst. Dat is het probleem van de Socialistische Partij. De partij is een kloon van de PvdA ( voordat die neoliberaal werd ) geworden. Een klassieke sociaal democratische partij, die zich steeds meer richt op parlementarisme.

In 1999 werd in Portugal het Linkse Blok gesticht. Tot die tijd kende Portugal drie linkse politieke partijen. De grootste van die drie partijen is de Socialistische Partij. Deze partij is in 1973 gesticht op klassieke sociaal democratische idealen. Antirevolutionaire socialisten domineerde de nieuwe SP.

In de jaren 90 nam de Socialistische Partij afstand van de klassieke sociaal democratie. De partij adopteerde ( net als alle andere sociaal democraten ) het neoliberalisme. Hierdoor voelde veel socialisten zich niet meer thuis bij de SP. In 1999 besloten trotskisten, marxisten en socialistische groepen een nieuwe linkse politieke partij op te richten; het Linkse Blok.

De nieuwe partij werd populair bij arbeiders die niet wouden stemmen op de neoliberale SP en de stalinistische PCP. Bij de verkiezingen van 2004 won het Linkse Blok haar eerste zetel in het parlement. In de jaren die volgden zette de partij zich neer als een alternatieve partij. Het Linkse Blok werd lid van Europees Antikapitalistisch Links en kreeg steeds meer steun onder de arbeidersklasse.

In 2009 won de partij; 9,8% van de stemmen. Helaas trad toen de verrechtsing op. De partij heeft geen duidelijk socialistisch programma. Er heersen verschillende meningen binnen de partij over wat het Linkse Blok nu daadwerkelijk is. Oorspronkelijk waren trotskisten, marxisten en linkse socialisten de oprichters van de partij. Een duidelijk socialistisch programma werd echter nooit aangenomen. De partij begon zich te ontdoen van haar activisme en leek steeds meer gericht op parlementarisme.

Tijdens de presidentiële verkiezingen in 2010 maakte de leiding van het Linkse Blok een grote blunder. De partijleiding steunde de neoliberale kandidaat van de SP voor het presidentschap. Hierdoor verloor de partij veel steun onder jongeren. De afstraffing volgde in het jaar 2011. Tijdens de verkiezingen voor het Portugese parlement, verloor het Linkse Blok de helft van haar zetels. De partijleiding beweerde dat het volk ‘’rechtser’’ was geworden. In werkelijkheid was de partijleiding verrechtst, door te pleiten voor samenwerking met de neoliberale SP en niet te discuteren over een socialistisch programma.

Het Linkse Blok heeft nu nog maar 8 van haar 16 zetels over. De partij zit in een ernstige crisis. De rechtse partijleiding weet zich geen raad en geeft alles en iedereen de schuld. De problemen voor de Portugese arbeidersklasse groeien ondertussen. De bourgeoisie partijen wonnen de verkiezingen en willen keiharde neoliberale politiek afdwingen. Het Linkse Blok kan haar verlies goedmaken, als ze pleiten voor het revolutionaire socialisme. Met een duidelijk programma op een socialistische basis kan een partij veel steun winnen.


De laatste nieuwe linkse formatie waar we over praten is de Verenigde Socialistische Partij van Venezuela. Deze relatief nieuwe politieke partij is in 2007 opgericht door Hugo Chavez. Oorspronkelijk had Hugo Chavez geen eigen politieke partij. Hij rekende op steun van verschillende linkse partijen waaronder de Communistische Partij van Venezuela.

Chavez begon in 1994 aan zijn politieke carrière. Hij baseert zijn ideologie op Simon Bolivar een strijder tegen de Spaanse bezetting van Venezuela. Chavez noemt zijn ideologie; Boliviarisme, een mix uit socialisme en links nationalisme. Hierdoor won hij de steun van veel arme mensen die snakte naar sociale veranderingen. Venezuela is een heel arm land, 80% van de bevolking leeft in armoede. De meeste welvaart van het land ligt in de handen van een zeer kleine groep rijke mensen. Deze oude bourgeoisie stond niet positief tegen over de links populistische; Chavez. Toch won hij in 1999 de verkiezingen dankzij de steun van de armoedeklasse en de arbeidersklasse.

De rijke elite van Venezuela was woedend over de verkiezingsoverwinning van Chavez. Dus met hulp van het militair en de CIA, werd een staatsgreep voorbereid. Drie jaar na de verkiezingsoverwinning van Chavez pleegde het leger een staatsgreep. De president werd opgesloten en het militair nam de macht over. De Verenigde Staten van Amerika steunde deze staatsgreep, want Chavez was fel tegen het Amerikaanse imperialisme. Maar het volk kwam hun president helpen en het leger werd gedwongen om hem vrij te laten. De staatsgreep mislukte en Hugo Chavez werd weer president.

Hoewel de president veel antikapitalistische taal uitspreekt, blijkt zijn ‘’Socialisme van de 21ste eeuw’’ zeer vaag. Het kapitalisme bleef bestaan, maar de staatsmacht groeit enorm. Verschillende bedrijven werden genationaliseerd, maar in plaats van arbeiderszelfbestuur kwamen staatsbureaucraten de boel besturen. Hierdoor begon de economie te stagneren. De arbeiders merkte dat er maar weinig veranderde, ze hebben niets te zeggen.

De bourgeoisie haat Hugo Chavez en valt hem dagelijks aan op de privé zenders van de antisocialistische oppositie. Maar Hugo Chavez blijft populair dankzij de steun van veel arme mensen.

In 2007 werden de partijen die pro-Chavez waren verenigd in de Verenigde Socialistische Partij van Venezuela. De PSUV is een linkse nationalistische partij, die geen duidelijke socialistische visie heeft. Dat is ook begrijpbaar want een arbeiderspartij is de PSUV niet. De partij is een mix van linkse nationalisten, staatsbureaucraten en leden van de ‘’pro-Chavez bourgeoisie’’. Hoewel veel arbeiders op de PSUV stemmen, is hun macht binnen de partij gering. De werkende klasse in Venezuela begint oprecht te twijfelen aan het ‘’Socialisme van 21ste eeuw’’. Want ze hebben niets te zeggen in de Boliviaanse Republiek Venezuela. Ondanks 13 jaar Chavez heerst er nog steeds (staats)kapitalisme en armoede.

Verschillende nieuwe linkse formaties zijn sinds de val van het stalinisme ontstaan. Helaas bieden ze vaak geen socialistisch alternatief. Wat is daar de oorzaak van? Meestal ligt het aan het feit dat deze formaties vaak ontstaan zijn uit sociaal democraten, stalinisten en maoïsten. Deze ‘’linkse’’ types hebben nooit een duidelijk beeld van het socialisme gehad. De sociaal democraten offerde hun socialistische idealen steeds op voor regeringsdeelname en de stalinisten gebruikte het socialisme als rechtvaardiging voor hun dictaturen.

Zijn er dan geen enkele partijen/groepen die wel een socialistisch alternatief duidelijk nastreven? Ja, die zijn er gelukkig wel. Helaas zijn deze partijen en groepen zeer klein. Het ontbreekt hun aan mensen en financiële middelen. Vooral aan mensen, omdat vele gehersenspoeld zijn met leugens over het socialisme. 2/3 van alle arbeiders gelooft dat het socialisme wel goed is, maar niet bij de mensheid hoort. Deze burgerlijke leugen is sinds de laatste 20 jaar een standaard verweer tegen het socialisme geworden.

Men zegt vaak dat mensen hebzuchtig zijn en dat het socialisme iedereen gelijk betaald. Ook vrezen veel arbeiders dat het socialisme voor armoede zal zorgen. Ze denken dan met angst aan de slechte economie van de Sovjet-Unie. Jaren van antisocialistische propaganda hebben hun werk gedaan. Kinderen leren op scholen over hoe ‘’communistisch’’ Rusland niet was. Ze leren over het ‘’communistische’’ China en hoe de DDR een ‘’arbeiders en boeren’’ staat was. De leugens van de stalinisten worden ( 23 jaar na de val van de DDR ) herhaald, met de bedoeling om het socialisme in een negatief daglicht te zetten.

Doordat antisocialisten versterkt worden met de stalinistische leugens over de DDR, Sovjet-Unie en de Volksrepubliek China, is er weinig belangstelling voor het revolutionaire socialisme. Veel arbeiders hebben de ‘’werkelijkheid’’ erkend en geloven dat de vrije markt economie oppermachtig is. Zo houdt het neoliberalisme al meer dan 23 jaar de arbeidersklasse onder haar duim. Met onwaarheden over het socialisme en kapitalistische propaganda. Kinderen leren over hoe onze markt economie werkt en hoe ze er in moeten leven. Kritisch nadenken leren ze niet; De markt is god, concurrentie is koning.


Toch zijn er nog linkse socialisten die dapper strijden tegen het kapitalisme en haar propagandamachine. Het Comité voor een Arbeiders Internationale is één van die groepen die strijd voor arbeiders vrijheid en democratisch socialisme.     

Strijd, Solidariteit, Socialisme

Strijd, Solidariteit, Socialisme