Waar links regeert met een rechts beleid!

Bij de verkiezingen een jaar geleden kwam in Denemarken een linkse regering in het zadel. Sindsdien regeert een ‘rood blok’ geleid door een sociaal-democratische premier, met gedoogsteun van de Rood-Groene Alliantie. De gebeurtenissen in Denemarken sinds de verkiezingen zouden een waarschuwing moeten zijn voor linkse partijen die willen meeregeren, vertelt de Deense socialiste Mette Hermansen. 

Interview door Max van Lingen - Internationale Socialisten!


Door heel Europa wordt de economische crisis gebruikt om een harde bezuinigingsagenda door te voeren. Gebeurt dat ook in Denemarken?


Bij de vorige verkiezingen is een linkse regering aan de macht gekomen. Maar de tien jaar daarvoor hadden we een neoliberale regering die haar bezuinigingsoffensief al ver voor het uitbreken van de crisis had ingezet. In die periode was het idee dat bezuinigen noodzakelijk is algemeen geaccepteerd. Het effect van de bezuinigingen is desastreus geweest. De schade die ze in de zorg hebben aangericht is onherstelbaar. Daarbij gingen ze zelfs zo ver om niet-rendabele privéklinieken illegaal te subsidiëren met geld dat bedoeld was voor de openbare ziekenhuizen. 


Op deze wijze is de gehele publieke sector onder handen genomen en geherstructureerd op basis van de vrije marktideologie. De Scandinavische landen stonden vroeger bekend als de landen van melk, honing en de verzorgingsstaat. Tien jaar neoliberaal beleid heeft daar veel van kapot gemaakt en het einde is nog niet in zicht.


Dat neoliberale beleid was alleen mogelijk door de gedoogsteun van de racistische Deense Volkspartij. Maar als ik hier in Kopenhagen op straat rondloop, zie ik nauwelijks migranten. Waar komt de steun voor de Deense Volkspartij vandaan?


De Deense Volkspartij is een afsplitsing van de Vooruitgangspartij die in de jaren ’80 ten onder ging aan de negatieve reclame die werd veroorzaakt door losgeslagen leden. De partijtop wist slim in te spelen op de crisis van de jaren ’80 en de totale controle van bovenaf voorkwam het soort excessen dat de Vooruitgangspartij hadden gekenmerkt. Hierdoor konden ze zichzelf presenteren als een representatief en acceptabel alternatief. Wat ze sindsdien hebben bewerkstelligd, is dat racisme weer acceptabel is geworden. Voornamelijk door iedereen die stelling neemt tegen hun racisme ervan te beschuldigen dat ze tegen de vrijheid van meningsuiting zijn.


In 2001 werden ze de gedoogpartner van de neoliberale regering, terwijl ze zichzelf altijd hadden neergezet als de partij van ‘de kleine man’. Daar kwamen ze mee weg door steeds wanneer ze op sociaal-economisch vlak compromissen moesten sluiten, aangaven wat ze ervoor terugkregen op het gebied van immigratie. Ze waren daarbij ook niet bang om de gedoogconstructie op het spel te zetten totdat hun eisen werden ingewilligd.


De linkse partijen namen tegelijkertijd nauwelijks stelling tegen racisme en al helemaal niet tegen islamofobe ideeën. Hierdoor werd racisme steeds minder als een probleem gezien. Daarmee werd de weg geopend voor de Deense Volkspartij om het debat steeds verder naar rechts te krijgen. Een goed voorbeeld is de affaire waarbij een kandidaat van de Rood-Groene Alliantie onder vuur kwam te liggen vanwege haar islamitische achtergrond. In plaats van haar te verdedigen tegen de hetze, besloot de partijleiding haar van de kandidatenlijst af te halen.


Toch kwam na de vorige verkiezingen een linkse regering aan de macht. Hoe verklaar je die ontwikkeling?


Er waren twee redenen waardoor links in staat was de verkiezingen te winnen. Ten eerste omdat veel mensen de gedoogconstructie met de racistische Deense Volkspartij zat waren. Ten tweede omdat veel mensen begonnen in te zien dat tien jaar lang bezuinigen de problemen in de maatschappij alleen maar had vergroot. Hierdoor kon een regering worden gevormd van de Sociaal Democratische Partij, de Socialistische Volkspartij en Radicaal Links (vergelijkbaar met D66), met gedoogsteun van de Rood-Groene Alliantie.


Vanwege de liberale standpunten van Radicaal Links was dit een vreemde constructie. Het leidde er toe dat de Sociaal Democratische Partij en de Socialistische Volkspartij gedurende de eerste 100 dagen alle belangrijke verkiezingsbeloftes braken. De afgelopen 20 jaar was het behoud van het prepensioen bijvoorbeeld hét centrale thema van de sociaal-democraten. De nieuwe regering schafte het echter af en verhoogde ook nog eens de pensioenleeftijd. Omdat de Sociaal Democratische Partij en de Socialistische Volkspartij geen alternatief hebben voor het kapitalisme gaan ze mee met de bezuinigingen. Aangezien zij de crisis niet als een systeemcrisis zien is hun antwoord dat ‘iedereen de broekriem moet aanhalen’.


Wat deed de Rood-Groene Alliantie toen bleek dat de nieuwe regering het neoliberale beleid voortzette?


In de periode dat de neoliberale regering aan de macht was speelden ze een goede rol als oppositiepartij. Ze bekritiseerden de regering en kwamen met alternatieve eisen. Het resultaat was een verdrievoudiging van het zetelaantal en een enorme groei qua ledenaantal. Maar na de verkiezingen ging de partij de nieuwe regering steunen. Deze bracht de oude begroting in stemming omdat ze naar eigen zeggen geen tijd had gehad om een nieuwe begroting op stellen. Om de regering niet ten val te brengen, stemde de Rood-Groene Alliantie in met deze neoliberale begroting. 


Als Internationale Socialisten gaven we aan dat het voortbestaan van de regering niet de verantwoordelijkheid was van de Rood-Groene Alliantie, maar van de regeringspartijen die zich aan de verkiezingsbeloftes moesten houden. Maar de partijleiding werd beheerst door de angst verantwoordelijk te worden gehouden voor de val van een linkse regering. Om die reden bleef de Rood-Groene Alliantie de regering steunen terwijl er maar weinig was veranderd ten opzichte van de oude regering. 


Uiteindelijk trokken de regeringspartijen zelf de stekker uit de gedoogconstructie. Ze hadden een afspraak gemaakt met de Rood-Groene Alliantie over een belastinghervorming, maar van de ene op de andere dag besloot de regering deze afspraak overboord te gooien en in zee te gaan met de rechtse partijen.


Als Internationale Socialisten zijn jullie onderdeel van de Rood-Groene Alliantie. Wat is volgens jullie de weg vooruit voor de Rood-Groene Alliantie?


Als je naar het parlement kijkt, zoals het overgrote deel van de arbeiders doet, is de Rood-Groene Alliantie nog altijd het meest linkse alternatief. Dat geldt zeker voor mensen die genoeg hebben van de Sociaal Democratische Partij en de Socialistische Volkspartij. Maar bij discussies binnen de partij is de partijleiding vaak onderdeel van de rechtervleugel die de partij verder richting het parlement wil trekken, omdat zij denken dat daar de macht licht. Dat is precies het probleem van de Rood-Groene Alliantie. Rond de verkiezingen kwamen er veel nieuwe leden bij, maar vanuit de partij kregen ze slechts een mail met de vraag of ze wilden doneren voor de volgende verkiezingscampagne.


In de afdelingen werken we samen met activisten met wie we organiseren rond lokale thema’s. Daarnaast proberen we samen met de groep van de Vierde Internationale om de partij zo links mogelijk te houden. Veel mensen voelen dat er iets mis is met de parlementaire koers, wij proberen die mensen aan te spreken. Ze moeten het parlement meer gaan gebruiken als platform om radicale ideeën te verspreiden, en af van het idee dat ze met hun parlementszetels radicale veranderingen kunnen doorvoeren.


www.socialisme.nu  

Strijd, Solidariteit, Socialisme

Strijd, Solidariteit, Socialisme