Het afbraakkabinet der Nederlanden

Keiharde afbraakpolitiek, een andere omschrijving is moeilijk te vinden voor het regeerakkoord van VVD en PvdA. Opnieuw wordt de rekening van de crisis niet bij de banken, de multinationals, de rijken en de topinkomens gelegd, maar bij werklozen, gehandicapten, mensen met een laag inkomen, ouderen, studenten en de armen in ontwikkelingslanden. Nadat het nivelleringsverhaal van de PvdA vrijwel in rook opging, werd het beeld nog schrijnender. Er komen zware tijden aan, althans voor iedereen die niet al heel goed in de slappe was zit.
Nederland moet ‘sterker uit de crisis komen’, dat is waar VVD en PvdA in het regeerakkoord naar zeggen te streven. Maar wat verstaan ze daar onder? In essentie twee dingen: de concurrentiekracht van Nederland, dat wil zeggen van de Nederlandse bedrijven, moet versterkt worden, zodat ‘we’ de internationale concurrentie beter aan kunnen. En de overheidsfinanciën moeten ‘op orde’ worden gebracht, dat wil zeggen er moet zwaar bezuinigd worden op de uitgaven van de overheid.
In de praktijk betekent dit dat de kosten voor de werkgevers en de overheid sterk naar beneden moeten worden gebracht. Om met dat laatste te beginnen. ‘De rijksoverheid gaat goedkoper, flexibeler en efficiënter werken,’ heet het in het regeerakkoord. Er wordt een miljard op bezuinigd. Dat kan niet zonder een drastische vermindering van arbeidsplaatsen bij de overheid. De overblijvende ambtenaren blijven op de nullijn. Dat betekent dus voor hen ook de komende jaren een loonsverlaging gelijk aan de inflatie. Het betekent ook een verslechtering van de dienstverlening aan de burgers. De nullijn geldt ook voor de werkers in de zorg, die nu al schandalig weinig verdienen. Dat zal ook ten koste gaan van de kwaliteit van de zorg.
Wie werkloos wordt – en dat zullen er de komende tijd velen zijn – is echt de pineut. De duur van de werkloosheidsuitkering wordt van 38 naar 24 maanden teruggebracht en de hoogte van de uitkering daalt snel. In het tweede jaar is het nog maar 70 procent van het minimumloon. Daarna wacht eventueel de Bijstand. (Bij de bijstelling van het regeerakkoord is er een bedrag uitgetrokken om deze bezuiniging iets minder schrijnend te maken, hoe dat wordt uitgewerkt is nog niet duidelijk.)
Bijstand is er alleen voor hen die actief naar werk zoeken – ook al heeft hij of zij als oudere werkzoekende daar geen enkele kans op. Daarnaast moet de kandidaat uitkeringsgerechtigde aan een aantal eisen voldoen. Zij mag geen gezichtsbedekkende kleding dragen, moet voldoende Nederlands spreken en uit de huishouduitkeringstoets moet blijken dat er ‘binnen het huishouden geen sprake is van stapeling van uitkeringen, waardoor de inkomsten hoger zijn dan bij de buurman of buurvrouw die aan het werk is.’ Als de betrokkene vluchteling is moet hij of zij eerst zeven jaar wachten voordat er recht op bijstand is.
Er zal de komende tijd minder werk zijn, maar oudere werknemers moeten langer doorwerken. Dat betekent dus meer concurrentie op de arbeidsmarkt, en dus meer druk op de lonen. In het regeerakkoord wordt de AOW-leeftijd al in 2018 op 66 jaar gezet en in 2021 op 67 jaar. Dat is vier jaar eerder dan de PvdA in haar verkiezingsprogramma aangaf en een stuk eerder dan in het Kunduz-akkoord was voorzien.
De woonkosten zullen vooral voor de lagere inkomens stijgen. De, zeer beperkte, aanpassing van de hypotheekrenteaftrek zal ‘jaarlijks budgettair neuraal terug gesluisd worden naar de groep die door de maatregel geraakt wordt’, staat daarover in het regeerakkoord. En dat doen ze ‘voor de helft door verlaging van hoogste tarief in de inkomstenbelasting en voor de helft door verlaging van de derde belastingschijf in de inkomstenbelasting.’
Huurders komen er slechter af. ‘De huurtoeslag blijft intact om woningen voor lagere inkomens betaalbaar te houden. Dat maakt een gedifferentieerde huurverhoging mogelijk. Voor huurders met een huishoudinkomen tot 33.000 is dat 1,5 procent plus inflatie. Bij mensen met een inkomen tussen de 33.00 en 43.000 gaat het om 2,5 procent bovenop de inflatie. Boven de 43.000 is de huurverhoging 6,5 procent plus inflatie’, schrijft het regeerakkoord daarover. De regering wil dus voorkomen dat de laagstbetaalden door het ijs zakken en degenen daarboven flink plukken. In dit geval heeft de VVD achterban blijkbaar geen bezwaar tegen een inkomensafhankelijke regeling.
Studenten zijn ook de klos. In totaal moeten zij van de VVD en de PvdA een miljard aan bezuinigingen ophoesten. De studiefinanciering wordt vervangen door een leenstelsel en in het middelbaar onderwijs verdwijnen de gratis studieboeken. De studenten OV-kaart wordt vervangen door een kortingskaart. Het spreekt voor zich dat de studenten met de minst rijke ouders door deze maatregelen het hardst worden getroffen. De HBO-raad verwacht dat alleen al door het invoeren van het leenstelsel 15.000 studenten minder naar het HBO zullen gaan.
Systematisch
Er valt de VVD en de PvdA van alles te verwijten, maar niet dat ze niet systematisch opereren in hun bezuinigingspolitiek. Zij gaan uit van het principe: de zwakste schouders moeten de zwaarste lasten dragen. Op de ontwikkelingshulp – die geacht wordt de allerarmsten in de wereld te helpen – wordt een miljard bezuinigd. Asielzoekers krijgen het helemaal zwaar. Illegaal verblijf wordt strafbaar gesteld, al zijn de coalitiepartners het er nog niet over eens of het misdaad of een overtreding is. Wie eerder illegaal in Nederland verbleef of fraude pleegde kan geen verblijfsvergunning krijgen. Immigranten hebben de eerste zeven jaar geen recht op bijstand, en hebben ook pas na zeven jaar stemrecht voor de Gemeenteraad. De rechtsgelijkheid tussen mensen met een Nederlandse en een buitenlandse nationaliteit wordt door de coalitiepartijen met voeten getreden; ‘vreemdelingen die veroordeeld worden voor een delict worden eerder uitgezet’. De regering gaat in Europa campagne voeren voor het aanscherpen van de regels voor gezinshereniging. Geert Wilders zit dan wel in de oppositie, hij kan zeer tevreden zijn over de immigratieparagraaf van het regeerakkoord.
Het regeerakkoord bevat niet alleen maar maatregelen die gewone mensen in hun portemonnee treffen. Vooral tegen het armste deel van de samenleving, uitkeringsgerechtigden, vreemdelingen, gehandicapten, arbeidsongeschikten en jongeren, bevat het ook een flinke dosis repressieve maatregelen. De onderkant van de samenleving moet niet alleen geplukt worden, ze moeten er ook onder gehouden worden. Het beeld dat werklozen en vooral de uitkeringsgerechtigde zijn situatie aan zichzelf te danken heeft moet in stand worden gehouden. Gemeenten moeten van de regering bij het niet nakomen van de sollicitatieplicht de uitkering drie maanden opschorten. Op die manier wordt er dus een leger aan beroepssoliciteerders gecreëerd die full time bezig zijn met solliciteren op niet-bestaande banen. Door de forse bezuinigingen op de kinderopvang en de zorg worden vrouwen extra hard getroffen.
Spiraal naar beneden
Van allerlei kanten, waaronder zelfs het IMF, wordt gewaarschuwd tegen een dergelijke bezuinigingspolitiek. Het zal de economie in een spiraal naar beneden drukken, en als gevolg daarvan zullen er in de logica van Rutte en Samsom nog meer bezuinigingen noodzakelijk zijn. Ondertussen blijven de structurele oorzaken van de huidige crisis ongemoeid. De analyse van de crisis waar het regeerakkoord op is gebaseerd is even simpel als onjuist. De overheidsuitgaven zijn uit de hand gelopen, en door strak te bezuinigingen moeten die weer in orde worden gebracht. Dit wordt steeds weer herhaald, terwijl iedereen kan zien dat het niet waar is. De grote tekorten van de overheid zijn niet de oorzaak, maar een gevolg van de crisis. De oorzaak ligt in de financiële sector, de volstrekt uit de hand gelopen kredietverstrekking uitmondend in de bankencrisis. Om die te bezweren hebben staten zich steeds verder in de schulden gestoken en niet andersom. Alleen al de redding van de ABN-AMRO heeft 30 miljard gekost.
De oppositie
Van de parlementaire oppositie lijkt Rutte II ondanks de beperkte meerderheid in de Tweede Kamer en het ontbreken daarvan in de senaat niet echt veel te vrezen te hebben. De zogenoemde middenpartijen CDA, GroenLinks en D66, zijn betrekkelijk machteloos. De eerste twee hebben van de kiezers zo’n groot pak slaag gekregen dat ze voorlopig bezig zijn hun wonden te likken. D66 deed het beter in de verkiezingen, maar deze partij is nooit meer geworden dan een tijdelijke vluchtheuvel voor kiezers die het even niet wisten. D66, GroenLinks, ChristenUnie en SGP hebben aangegeven het kabinet welwillend tegemoet te treden.
Voor de twee vleugelpartijen PVV en SP zijn de verkiezingen (in belangrijke mate door eigen toedoen) teleurstellend verlopen. Van Wilders valt te verwachten dat hij in de praktijk grotendeels in zal stemmen met het beleid. Naast de harde anti-immigratiepolitiek kan hij zich immers ook prima vinden in rechts bezuinigingsbeleid, zijn ‘sociale gezicht’ is louter demagogie. Blijft als enige echte oppositiepartij over de SP. Die partij staat voor de niet geringe taak de onvrede over het kabinetsbeleid een linkse en sociale vertaling te geven.
De grootste bedreiging voor het nieuwe kabinet komt van massaal verzet zoals Rutte en Samsom al in de eerste week hebben ervaren. Helaas bleken Wiegel en De Telegraaf heel wat wakkerder en daadkrachtiger dan de linkse oppositie en de sociale bewegingen, met name de vakbeweging. Hopelijk komt daar de komende tijd verandering in. Want als het initiatief zelfs bij de oppositie tegen dit kabinet van uiterst rechts blijft komen ziet het er somber uit.

Strijd, Solidariteit, Socialisme

Strijd, Solidariteit, Socialisme